Vzw’s en hun kantine
Om te bepalen of een vzw btw-plichtig is dient te worden gekeken naar de effectief uitgevoerde activiteit en niet naar de doelstellingen van haar statuten. Indien een btw-belastbare activiteit wordt uitgeoefend dient een btw-nummer te worden aangevraagd bij het bevoegde btw-controlekantoor.
Hoe zit het nu met vzw’s die tevens een kantine uitbaten? Dienen zij zich te registreren voor btw-doeleinden en de verdere nodige tax compliance verrichtingen in dit verband te vervullen?
Vrijwilligersactiviteit en bezoldigde activiteit binnen een VZW ? Het kan.
Mensen die actief zijn als vrijwilliger binnen een VZW kunnen genieten van een specifiek fiscaal statuut waardoor hun vergoedingen tot een bepaald bedrag als een belastingvrije onkostenvergoeding worden beschouwd.
De grensbedragen van de niet-belastbare vrijwilligersvergoedingen voor het aanslagjaar 2012 (vergoedingen vanaf 1.1.2011) bedragen 30,82 EUR per dag en 1.232,92 EUR per jaar. Het is mogelijk om deze forfaitaire vergoeding te combineren met de terugbetaling van werkelijke kosten wanneer het de terugbetaling van vervoerskosten betreft en dit voor maximaal 2.000 km per jaar en per vrijwilliger.
Tot voor kort kon men maar aanspraak maken op deze fiscale vrijstelling indien de vrijwilliger geen beroepsrelatie had met de VZW waarvoor hij vrijwilligerswerk deed. Om niet langer een onderscheid te maken tussen de fiscale en sociale bepalingen terzake voorziet de fiscus sinds 23 mei 2011 in een versoepeling. Deze versoepeling is onmiddellijk in werking getreden en geldt meteen voor alle hangende geschillen.
BTW & sportevenementen. Wie komt eerst over de streep ?
Vele sportclubs zijn opgericht onder vorm van een vzw en draaien zo goed als volledig op vrijwilligerswerk.
Het zou voor hen dan ook zonde wanneer zij na een btw-controle worden geconfronteerd met een aanzienlijk bedrag aan te betalen btw, boeten en interesten dat wordt ingevorderd omwille van diverse overtredingen van de btw-wetgeving.
Dat de btw-wetgeving op dit vlak niet altijd even duidelijk is, kunnen we niet ontkennen. Zeer recent publiceerde de fiscus nog een beslissing inzake de toepassing van de btw-wetgeving voor de organisatoren van sportevenementen.
Kan een vzw die stoffelijke voordelen verschaft aan zijn leden nog onderworpen zijn aan de rechtspersonenbelasting ?
Arrest van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Namen, 23.03.2011
Een artieste richt een VZW op, samen met haar echtgenoot en nog een ander familielid. Het sociaal doel bestond uit de realisatie, de uitvoering en de verspreiding van culturele en artistieke producties. De eigenlijke bedoeling van de artieste was, door de oprichting van een VZW, een tewerkstelling als bediende bij de VZW te realiseren, waardoor ze kon genieten van de sociale bescherming en voordelen van werknemers.
De VZW ontvangt de inkomsten van het artistieke werk van de artieste. Deze inkomsten bestonden uit opbrengsten uit optredens, opbrengsten uit de verkoop van CD’s en platen, inkomsten uit publiciteitswerk,… . De artieste kreeg vanuit de VZW een maandelijks loon. De artieste en haar echtgenoot verhuurden tevens een deel van hun woning aan de VZW tegen een riante huurprijs. Jaarlijks werd er door de VZW een aangifte in de rechtspersonenbelastingen ingediend.
De Administratie is het echter niet eens met deze werkwijze. Volgens de fiscus houdt de VZW zich bezig met activiteiten van winstgevende aard en is de VZW aldus, in toepassing van artikel 220 WIB 92, onderworpen aan de vennootschapsbelastingen. Als argumentatie haalt de fiscus onder meer aan dat de VZW volledig gecontroleerd wordt door de artieste en haar echtgenoot, die de enige daadwerkelijke leden van de VZW zijn. De echtgenoten maken trouwens ook deel uit van de Raad van Bestuur van de VZW, die gevestigd is op hun thuisadres. De inkomsten van de vennootschap spruiten nagenoeg uitsluitend voort uit prestaties van de artieste. Er kan geen enkel document voorgelegd worden waaruit blijkt dat de VZW een belangeloos doel zou nastreven. Het komt er eigenlijk op neer dat de inkomsten van de VZW praktisch integraal doorgestort worden naar de leden van de VZW onder de vorm van loon en huurgelden. Er wordt dan ook een aanslag in de vennootschapsbelastingen verstuurd.
Lees meer »
Eigen vermogen en vzw
Hoe een stap u hogerop kan brengen. Escala organiseert in samenwerking met Alaska een seminariereeks met als titel “Eigen vermogen en vzw”.
Alle verenigingen worden door de wetgever verplicht een jaarrekening op te maken, een begroting te maken en dan ook voor te leggen ter goedkeuring aan de algemene vergadering.
Als dit louter cijfermatig gezien wordt, kan men zeggen dat het neerkomt op een overzicht van alle kosten en opbrengsten voor de komende periode.
Maar van veel groter belang is in te zien wat de impact is van de cijfers, van deze prognose van kosten, opbrengsten, middelen en de daarvoor gebruikte financieringsbronnen.
Deze reeks bestaat uit 2 sessies:
- In sessie 1 gaat de aandacht naar de opbouw en analyse van het vermogen van VZW’s.
- In sessie 2 is het de bedoeling a.d.h.v. voorbeelden van begrotingsoefeningen, te evolueren naar een werkbare boordtabel die m.b.v. een aantal basisratio’s een basis vormt voor beleidsbeslissingen i.h.v. de raad van bestuur.
Praktische informatie vindt u onder de rubriek Seminaries & Workshops.
Scherpere definitie voor “permanente financiering” in de VZW-boekhouding
Met de recente adviezen 2010/16 en 2010/17 van 10 november 2010 neemt de Commissie van Boekhoudkundige Normen (CBN) globaal gezien een standpunt in betreffende de boekhoudkundige verwerking van subsidies, schenkingen en legaten, toegekend in contanten of natura aan VZW’s.
In deze adviezen verengt de Commissie ook de toepassing en de boeking op de rekeningen “permanente financiering” zoals voorzien in het rekeningstelsel voor de VZW’s.
Hogere openbaarmakingskosten voor VZW-jaarrekeningen
Vanaf 1 januari 2011 betalen vzw’s, internationale vzw’s en stichtingen die een jaarrekening moeten neerleggen bij de Balanscentrale van de Nationale Bank van België (NBB), hiervoor meer.
De openbaarmakingskosten worden jaarlijks aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.
Het juiste bedrag dat door de vereniging of de stichting moet worden betaald, hangt af van de wijze waarop deze haar jaarrekening neerlegt. De hierna vermelde bedragen zijn exclusief btw.
Wijze van neerlegging | 2010 | Vanaf 1 januari 2011 |
Neerlegging van gestructureerd databestand via internet | € 57,50 | € 59,30 |
Neerlegging van PDF-bestand via internet | € 104,60 | € 107,70 |
Neerlegging op papier | € 109,80 | € 113,10 |
De openbaarmakingskosten voor het een verbeterde jaarrekening stijgen eveneens op 1 januari 2011. Zij gaan van € 57,50 naar € 59,30.
De begroting van een VZW
De raad van bestuur van een vzw maakt samen met de jaarrekening ook steeds een begroting op voor het komende boekjaar. Beide documenten moeten in ontwerp ter goedkeuring worden voorgelegd aan de algemene ledenvergadering binnen de zes maanden na de afsluitingsdatum van het boekjaar (artikel 17, § 1 Wet op de Verenigingen en Stichtingen).
Men kan dus hoogstens werken met 6 voorlopige twaalfden. De uiterste datum mag ook vroeger, zelfs voor de start van het werkjaar (Parl.Vr. S., Vercamer 14/07/2009). Soms leggen bepaalde decretale verplichtingen ook vroegere data op.
Het ledenregister van de VZW
De Raad van Bestuur dient op de zetel van de VZW een register van leden bij te houden. Dit register vermeldt de naam, voornaam en woonplaats van de leden of, ingeval het een rechtspersoon betreft, naam, rechtsvorm en adres van de zetel.
Bovendien moeten alle beslissingen betreffende toetreding, uittreding of uitsluiting van leden door toedoen van de Raad van Bestuur in dat register worden ingeschreven binnen 8 dagen nadat hij van die beslissing in kennis is gesteld. (artikel 10 VZW-wet)
De verplichting tot neerlegging van een kopie van het register van leden op de Rechtbank van Koophandel werd afgeschaft bij wet van 6 mei 2009.
Middels deze wet werd wel een nieuwe verplichting ingevoerd, met name moeten de verenigingen, bij mondeling of schriftelijk verzoek, aan de overheden, de administraties en de diensten, met inbegrip van de parketten, de griffies en de leden van de hoven, de rechtbanken en alle rechtscolleges en de daartoe wettelijk gemachtigde ambtenaren, onverwijld toegang verlenen tot het register van de leden en deze instanties bovendien de afschriften of uittreksels uit dit register verstrekken welke zij nodig achten.